vrijdag 20 november 2009

Het profiel van 'leerling 2009'

Voor de TeechmeetPO d.d. 28 oktober heb ik bijgaande presentatie gemaakt.


op Twitter kunt u alle berichten en commentaren op de presentaties terug lezen mbv de hastag #tmpo

De student is producent...

...en geen consument.

In voorgaande blogposts heb ik geschreven over de verschillende ontwikkelingsfases van iemand die groeit als lerende in de virtuele wereld.
Maar hoe werkt dat Netwerkleren nou eigenlijk?
En verschilt het nou sterk van 'gewoon leren'?

Kenmerkend voor iemand die zich in netwerken begeeft is dat hij op handelingsniveau in eerste instantie:
- communiceert Vervolgens gaat hij over tot
- samenwerking om uiteindelijk zelf over te gaan tot
- creatie
Dit proces levert uiteindelijk content op. Waarmee het leren dus heeft geleid tot productie.

Daarmee treedt een reflectie- of feedbackcirkel in werking
die de volgende stappen afloopt:
- productie
- publicatie
- publiek en presentatie
- peer review

Het afgelopen weekend publiceerde Petra de Boevere ook wel bekend als @slijterijmeisje een prachtige presentatie op Slideshare. Het is een uitdaging om die presentatie tegen het licht te houden van het profiel van een netwerklerende student.



Op de originele blogpost reageerde Esther van Popta:

Beste Jan,

Interessante bijdrage. Ken je het concept Virtual Action Learning. Hetgeen je beschrijft vormt hier namelijk de kern. Bijkomend idee is dat de student een 'sense of audience' krijgt. Hij schrijft/produceert niet meer voor de docent, maar voor de buitenwereld.
Meer info: zie http://www.virtualactionlearning.nl. Ik werk zelf bij de HAN (Hogeschool Arnhem Nijmegen) en daar hebben we ruim ervaring met dit concept.
Groet,
Esther van Popta

13 OKTOBER 2009 13:00

De nieuwe lerende fase 1: Activering

Mitch Joel schrijft in zijn 'Six pixels of separation' over het thema "Everyone is connected. Connect your business to everyone" Hij schrijft vanuit de gedachte dat je met elk ander mens op aarde verbonden bent via zes andere mensen. Als voorbeeld noemt hij een site als Linkedin. Op LinkedIn worden contacten beschreven in drie 'ringen'. De primaire contacten ben je zelf aangegaan. Op het moment van schrijven heb ik een eerste ring van 62 contacten. Maar via deze ring heb ik contact met de relaties van mijn eerste ring. In totaal zijn dat er 5400. Van deze contacten naar de derde ring levert voor mij al 552700 contacten op!
Op deze manier door redenerend sta ik slechts zes stappen verwijderd van de president van Amerika. Daarmee wordt het grote belang van netwerken (connecting) onderstreept.
Hoewel het boek van Mitch Joel vooral de arena van het zaken doen benoemt is de inhoud uitstekend toe te passen op onderwijs. In een eerdere blog schreef ik over 'de nieuwe lerende' Daarin benoemde ik vijf fases van ontwikkeling.
Fase 1: Activering
Fase 2: Identificatie
Fase 3: Groepslid
Fase 4: Profilering binnen de groep
Fase 5: Entiteit
De ambitie is om ‘de nieuwe lerende’ in deze vijf fases te schetsen. Analoog aan de ontwikkelingspsychologie die de geestelijke (en lichamelijk) groei beschrijft en analyseert, kunnen we ook een ontwikkeling zien van personen die een positie innemen in de digitale wereld.

In deze blogpost en de vier volgende wil ik de stappen die Joel benoemd inpassen in het model van Wim Veen.

Fase 1: Activering
Men beseft dat er een verschil is tussen het ‘web 1.0’ gebruik van internet en ‘het web 2.0’ en men gaat die web 2.0 wereld verkennen. In deze periode wordt geëxperimenteerd met het gebruik van MSN, Skype.
Kinderen spelen binnen de omgeving van bijvoorbeeld Runescape, Habbohotel en spellen.nl. Vaak is er ook een passief gebruik van een profielensite zoals Hyves.nl

Mitch Joel:
Ga aan de slag. Techniek is al lang niet meer het probleem. Sluit je aan, vanuit het besef dat je via vrienden van vrienden in contact staat met uiteindelijk iedereen. En realiseer je ook dat je dus in contact staat met de informatie van die mensen. Ga mensen ontdekken! O ja… Google is omnipotent. In dit geval bedoelen we daarmee dat het een olifantengeheugen bezit. Alles wordt onthouden. Daarom dit advies: 'Forget privacy, manage your identity' Je privacy bewaren is onmogelijk, zorg er daarom voor dat je een juist beeld van jezelf laat zien! Wees je bewust van je identiteit.

De nieuwe lerende fase 2: Identificatie

In vervolg op de vorige blogpost vandaag De nieuwe lerende fase 2.
In het oorspronkelijke blog schreef ik op dinsdag 21 juli 2009:

Fase 2: Identificatie
Door de respons die men krijgt op o.m. de profielensite wordt het gebruik van de web 2.0 wereld versterkt. Games in virtuele werelden zoals ‘World of Warcraft’, ‘Call of duty’ en ‘Second Life’ geven een sterke feedback op het handelen van de persoon.
Deze periode wordt dan ook gekenmerkt door bewustwording van een digitale identiteit. Op basis van de zelf gecreëerde identiteit voelt men zich deel van een groep in de digitale wereld. Men zoekt aansluiting en gaat zich met die groep identificeren.


Mitch Joel met betrekking tot deze ontwikkelingsfasefase:
Terwijl je wat om je heen hebt gekeken en verschillende groepen hebt ontmoet ben je je waarschijnlijk ook meer bewust geworden van dat wat je zelf wilt en wat niet. En het spreekt vanzelf dat je je meer bezig houdt met de mensen in wie jij je herkent en bij wie jij je ‘thuis voelt’.
Neem de tijd voor dit proces. Mitch Joel gebruikt daarvoor het beeld van water:
“Denk niet aan de steen die in het water wordt gegooid. Dat geeft een enorme plons, het water spat kort heel hoog op en mensen aan de overkant zien even dat er wat gebeurt. Maar dat effect is snel weg.
Denk meer aan de rimpelingen in het water. Men heeft die rimpelingen niet snel in de gaten, maar ze bewegen zich eindeloos voort. Uiteindelijk bereiken ze de overkant. De mensen daar merken dat er iets gebeurt”.
Gedurende de fase van identificatie word je je meer en meer bewust van je eigen identiteit. Je identificeert je met een groep en daardoor word je je ook meer bewust van wie je zelf bent.

De nieuwe lerende fase 3: Groepslid

In vervolg op beide vorige blogposts vandaag De nieuwe lerende fase 3.
In het oorspronkelijke blog schreef ik op dinsdag 21 juli 2009:

Fase 3: Groepslid
Men gaat zich binnen de groep manifesteren. De nieuwkomer wordt een actief lid dat bijdraagt aan de groep. Het groepslid wordt actief in het gebruik van applicaties als; blog, fora, Twitter, Youtube, Flickr e.d. waarbij men voornamelijk reageert.
Mitch Joel met betrekking tot deze ontwikkelingsfase:
Nu je zelfbewust lid van de groep bent, wordt ook voor de groep duidelijk wie jij bent. Zorg er steeds voor dat je helder bent in wat je doet en schrijft. Mitch Joel gebruikt daarvoor de term ‘Personal Branding’
Hij beschrijft de fases 3 en 4 van Wim Veen meer als één ontwikkelingsfase. Daarbij zou je wel kunnen zeggen dat bij Mitch Joel voor fase 3 het accent valt op de voorbereiding van de uiteindelijk ‘Coming out’ in fase 4.
Hij benoemt twee kernbegrippen die voor fase 3 belangrijk zijn.
- Hoe ga je om met de ‘informatie’ die je hebt te bieden?
T.a.v. informatie moet je nadenken over de inhoud, maar ook over de manier waarop je die inhoud beschikbaar stelt.
M.b.t. beschikbaar stellen:
Zorg ervoor dat mensen, die er om vragen (!) de relevante informatie en op tijd krijgen.
M.b.t. de inhoud:
Wees gepassioneerd! Als het niet voor jezelf belangrijk is, voor wie dan wel?
Wees onderscheidend! Welke kennis en expertise heb jij die een ander niet heeft?
Bind mensen! Kan ik iets maken dat mensen versterkt en met elkaar verbind?
Hoe bind ik me zelf? Hoe kan ik bovenstaande punten gebruiken om in contact te blijven met die mensen?
Hoe sta ik in mijn omgeving? Wat doen anderen om mij heen en kan ik dat beter?

- Wat is je ’medium’?
Vraag je af wat jouw stem is? Ben je sterk in geschreven tekst; wees dan die schrijver! Laat het tekst zijn waarmee jij je bekend maakt aan de wereld! Start een blog!
Heb je een karakteristieke stem; laat die stem dan horen! Maak een podcast waarin je jouw ideeën bekend maakt.
Als je sterk bent in beeld of in het creëren van beelden; laat je zelf dan zien! Maak je eigen videoblog en verbaas de wereld.
...

In fase 3 experimenteer je als groepslid. De leden van de groep zullen je van de nodige feedback voorzien terwijl jij experimenteert. Al doende beantwoord je de vragen die jou in deze blog worden gesteld. Daarmee ga jij je eigen taal leren, ontdek je wie je bent en neem jij je plaats in in het netwerk.

De nieuwe lerende Fase 4: Profilering binnen de groep


In vervolg op de vorige blogposts vandaag De nieuwe lerende fase 4. In het oorspronkelijke blog schreef ik op dinsdag 21 juli 2009:

Fase 4: Profilering binnen de groep
De nieuwkomer maakt zich de informatie die in de groep aanwezig is eigen. Hij gaat publiceren en krijgt waardering op zijn bijdragen aan de groep.Daarmee wordt informatie gekoppeld aan zijn specifieke profiel. Zo ontstaat nieuwe kennis. De nieuwkomer wordt binnen de groep meer en meer gezien als ‘bron’. De groep geldt nu als referentiekader voor zijn ontwikkeling en men begeeft zich ook in andere groepen.

Mitch Joel toegepast op deze ontwikkelingsfase:
De antwoorden op de vragen die in de vorige blogpost werden gesteld leiden tot een versterkt zelfbewustzijn. Je hebt je met mensen verbonden die zich ook verbonden voelen met jou, je hebt je stem gevonden en je weet waar je kracht ligt.
Vanuit dat zelfbewustzijn ga je nu participeren. Dat wil zeggen, dat je erop uit gaat. Je leest de blogs van anderen en reageert. Je laat een ‘comment’ na op de blog van anderen, je bent actief aanwezig in de kring. Je neemt deel aan de ‘discussies’ op Twitter. Bedenk daar bij wel dat je in 'je rol' moet blijven. In fase 1 en vooral in fase 2 heb je jouw identiteit bepaald. De manier waarop je in de kring aanwezig bent is consistent met je identiteit.
Het is ook altijd verstandig om je te realiseren dat het olifantgeheugen van Google alles onthoudt. Alles is vindbaar, elke reactie van jou blijft … Zoals eerder al ge-quoted: “Forget privacy! Manage your identity!”
Daarbij houd je je eigen blog op niveau.
In een mooi artikel over Bret Rutledge worden drie hoofdregels voor een goede presentatie benoemd. Ik denk dat je die ook universeel toe kunt passen.
1. Give me a message
2. Make me care
3. Give me a way to remember it
We zijn allemaal wel sterk in de boodschappen. We schrijven onze bloggen vol.
Maar waarom zou iemand het lezen, waarom zou iemand door jouw informatie worden geraakt. Wat wil je dat je lezer gaat doen met je informatie?
Wat maakt dat hij het gaat onthouden? Hoe zorg jij ervoor dat ik me jouw informatie herinner en er iets mee ga doen?

Fase 5: Entiteit

In vervolg op de vorige blogpost vandaag de vijfde en laatste fase.
In het oorspronkelijke blog schreef ik op dinsdag 21 juli 2009:

Fase 5: Entiteit
De nieuwe lerende is blijvend actief. Hij realiseert zich dat kennis in de groep bestaat en dus nauwelijks meer individueel kan worden gereproduceerd. Zo lang men in de groep actief is zal men bijdragen aan de kennisontwikkeling en dus ook zelf meer kennis opdoen. Het klassieke lineaire leren is nu volledig veranderd in NetwerkLeren.Daarmee is de nieuwe lerende een autonoom lid van de groep geworden. Hij functioneert volledig zelfstandig binnen de groep en kan zich vrij bewegen tussen meerdere groepen.

Mitch Joel toegepast op deze ontwikkelingsfase:
Zoekend op de betekenis van het woord Entiteit kom je bij de verschillende resultaten het woord ‘wezenlijkheid’ en ‘wezenlijk bestaan’ tegen. Bij Wikipedia wordt het begrip breder uitgewerkt.
In relatie tot de ontwikkelingsfases van ‘de Nieuwe Lerende’ bedoelen we dat hij/zij een bron is voor anderen. In termen van gedrag benoemt Mitch Joel dat ‘de Nieuwe Lerende’ zich heeft ontwikkeld tot leider; iemand die initiatief toont. Hij combineert de ‘virtuele’ met de reële wereld. Hij staat in het middelpunt.


met dank aan Willem Karsenberg (@trendmatcher) die op Twitter melding maakte van dit filmpje

...een verlengstuk van mijn lijf...

Als technology volledig is geaccepteerd, wordt het vaak niet meer als techiek ervaren. Het voelt dan als deel van jezelf. Mannen spreken vaak over de auto in de eerste persoon enkelvoud: ik rij dan... Ze ervaren de auto letterlijk als deel van zichzelf. Het heeft jaren geduurd voordat het zover was. Eind jaren zestig kochten mijn ouders hun eerste auto. In de straat waren er toen nog veel mensen die geen auto hadden...
Met de GSM is het wat dit betreft heel snel gegaan. Ik kocht mijn eerste mobiel in 1999. Binnen tien jaar tijd is het bezit van een mobieltje ook voor mij gaan behoren tot de eerste levensbehoeften. Wie -in Nederland- heeft er nog geen mobiel.
In de laatste paar jaren is het merk van groot belang geworden. Er is een groep 'gelovigen' rond de i-Phone gevormd. Mensen hebben zakken waar ze het ding in mee kunnen dragen, maar ze lopen zonder dat zij hetzelf beseffen met hun mobiel in de hand rond. Het is een deel van henzelf geworden.

De nieuwe campagne van Hi laat dit goed zien. Mobieltje kwijt, geheugen kwijt!


Bas Haring schreef in de volkskrant van zaterdag 19 september 2009 een bijzonder leuke en illustratieve column onder de titel 'Het geheugen van de waterkraan' (link wordt later toegevoegd) Hij bekijkt het onderwerp vanuit zijn perspectief als filosoof.
Hij probeert een antwoord te geven op de vraag of er in de toekomst een uitbreiding van het interne (menselijke) geheugen zal komen of dat het altijd een vorm van extern geheugen zal blijven.
Dat we meer en meer gaan leunen op de extra mogelijkheden die we creeeren met behulp van assistive technology staat inmiddels vast. In de lessen 'Signaleren en analyseren van verschillen' op Hogeschool Domstad hebben we in de afgelopen weken dit onderwerp even aangeraakt. De ontwerper van deze lessen Gerard Dummer publiceerde er over op zijn blog.
In een eerdere blogpost schreef ik over het zesde zintuig. Mobiele technologie maakt het ons mogelijk om informatie te delen, te zoeken, te verwerken Anytime, Anywhere with Anyone.
Maar ook de functies van het nieuwe Google Wave zullen we gaan ervaren als assistive technology. De vertaaltool en Spelly, het spellingscontrole deel uit Google Wave dwingen ons tot een aanpassing van het onderwijs. Wat Wave doet hoeven we immers niet zelf meer te kennen cq kunnen? Of...

Ik draag al tweeenveertig jaar een bril, mijn moeder en zus zijn voor hun gehoor en communicatie al bijna net zo lang afhankelijk van een gehoorapparaat. "So, what's new? It's just an extended version"

Wie ben jij?

Welke mobiel heb je? Hoe gebruik jij je mobiel?
Hoe communiceer je? Chat je? Met MSN?
Heb je een profiel site? Hyves, Facebook...?
Heb je profielen aangemaakt bij online muziek sites? Deezer, Last.fm?
Speel je online games?
Wie ben jij?
Je kunt deze vragen beantwoorden. Maar als je de vragen stelt aan jouw leerlingen of aan je kinderen, weet je wat zij zullen gaan antwoorden.

Karin Winters denkt na over web 2.0 als leermiddel en beschrijft dat in haar blog. Zij schrijft dit in reactie op de publicatie van Kennisnet Web 2.0 als leermiddel-maart 2009

Maar wie ben jij in de wereld van web 2.0?
En wie ben jij in vergelijking tot je leerlingen en of kinderen?

Om mijn openingsvraag voor mezelf te beantwoorden: ik heb een HTC Magic. Voor het eerst in mijn leven een toestel dat ik echt wílde hebben. Omdat het de Android software heeft. Daarmee heb ik een toestel gekregen waarmee mijn primaire gebruik op het gebied van internet en internet-communicatie ligt en (o ja) ik kan er ook nog mee bellen.
Daarmee ben ik ook ineens heel erg online. Ik merk daarmee dat ik andere dingen doe, andere dingen weet, andere vaardigheden opdoe...
Word ik daardoor ook een andere docent?

De Nieuwe Lerende in vijf kernwoorden beschreven

Naar aanleiding van een Twitter blog van Willem Karssenberg schetst Gerard Dummer hoe hij met behulp van web 2.0 leert Op dit persoonlijke verslag reageert Wilfred Rubens met een meer analytische beschrijving van zijn leerproces. Voor mijn werk schrijf ik al enige tijd aan een document waarin ik dit leren in een model probeer onder te brengen.
De ambitie is om ‘de nieuwe lerende’ in vijf kernwoorden te schetsen: Analoog aan de ontwikkelingspsychologie die de geestelijke (en lichamelijk) groei beschrijft en analyseert, kunnen we ook een ontwikkeling zien van personen die een positie innemen in de digitale wereld

Fase 1: Activering Men beseft dat er een verschil is tussen het ‘web 1.0’ gebruik van internet en ‘het web 2.0’ en men gaat die web 2.0 wereld verkennen. In deze periode wordt geëxperimenteerd met het gebruik van MSN, Skype. Kinderen spelen binnen de omgeving van bijvoorbeeld Runescape, Habbohotel en spellen.nl. Vaak is er ook een passief gebruik van een profielensite zoals Hyves.nl

Fase 2: Identificatie Door de respons die men krijgt op o.m. de profielensite wordt het gebruik van de web 2.0 wereld versterkt. Games in virtuele werelden zoals ‘World of Warcraft’, ‘Call of duty’ en ‘Second Life’ geven een sterke feedback op het handelen van de persoon. Deze periode wordt dan ook gekenmerkt door bewustwording van een digitale identiteit. Op basis van de zelf gecreëerde identiteit voelt men zich deel van een groep in de digitale wereld. Men zoekt aansluiting en gaat zich met die groep identificeren

Fase 3: Groepslid
Men gaat zich binnen de groep manifesteren. De nieuwkomer wordt een actief lid dat bijdraagt aan de groep. Het groepslid wordt actief in het gebruik van applicaties als; blog, twitter, fora, youtube, Flickr e.d. waarbij men voornamelijk reageert.

Fase 4: Profilering binnen de groep De nieuwkomer maakt zich de informatie die in de groep aanwezig is eigen. Hij gaat publiceren en krijgt waardering op zijn bijdragen aan de groep.Daarmee wordt informatie gekoppeld aan zijn specifieke profiel. Zo ontstaat nieuwe kennis. De nieuwkomer wordt binnen de groep meer en meer gezien als ‘bron’. De groep geldt nu als referentiekader voor zijn ontwikkeling en men begeeft zich ook in andere groepen.

Fase 5: Entiteit De nieuwe lerende is blijvend actief. Hij realiseert zich dat kennis in de groep bestaat en dus nauwelijks meer individueel kan worden gereproduceerd. Zo lang men in de groep actief is zal men bijdragen aan de kennisontwikkeling en dus ook zelf meer kennis opdoen. Het klassieke lineaire leren is nu volledig veranderd in NetwerkLeren.Daarmee is de nieuwe lerende een autonoom lid van de groep geworden. Hij functioneert volledig zelfstandig binnen de groep en kan zich vrij bewegen tussen meerdere groepen

Bronnen:
Elleke Verwaijen
Wim Veen

"de nieuwe Lerende"

De samenleving verandert. Omdat je zelf midden in die verandering staat heb je dat niet altijd even scherp in de gaten. Toch heb je van de meeste grote veranderingen wel gehoord. Een van de grote motoren voor die verandering is met name internet. De manier waarop Europa (en dus ook Nederland) geld verdient is misschien wel de grootste en meest stille verandering. In de kern kan deze verandering worden gekenmerkt door “Van productie naar innovatie
Het soort banen, dat de samenleving voor jonge mensen heeft, verandert daarmee ook. De samenleving richt zich op andere kernwaarden. Nieuwe kernwaarden zijn onder andere: - innovatie, - creativiteit en - het kunnen bewegen in netwerken. Dit vereist een specifieke houding en specifieke vaardigheden.
De mens is een sociaal wezen. De mens leeft in netwerken Tot nu waren deze gebaseerd op fysieke aanwezigheid. De nieuwe lerenden zijn in steeds sterkere mate actief in allerlei online netwerken.In de nieuwe ‘creatieve’ samenleving is het noodzakelijk dat men zich blijft ontwikkelen om zo mee te kunnen groeien met de voortdurende en steeds sneller veranderende omgeving. In deze maatschappij ligt de nadruk op ontwikkeling, creativiteit en meedoen. Deze creatieve samenleving daagt mensen uit om positie in te nemen. Deze veranderende samenleving vraagt een andere houding van mensen. Ze hebben andere kennis en vaardigheden nodig. Deze zijn zowel - algemeen, als - specifiek en - persoonlijk - en kennis en vaardigheden zijn niet 'eindig'. De creatieve samenleving vraagt een actieve houding. Van mensen wordt gevraagd dat zij zich blijven ontwikkelen, dat zij blijven leren.

Online zonder lijn

Net iets meer dan een decenium was er voor nodig om de term Online te zien inburgeren. Iedereen is inmiddels door het draadje verbonden. Men voelt zich via het draadje verbonden met de hele wereld.
In de tijd dat we ons via het telefoon draadje lieten verbinden waren we ons erg bewust van die verbinding. Tijd kost geld. Elke minuut internet werd betaald. Bovendien hield de keuze voor internet ook in dat je je afsloot voor die andere lineaire vorm van communicatie. Via de telefoon waren we dan even niet bereikbaar.

Inmiddels heeft elk huis een dikke kabel; ik heb een glasvezelkabel, met meer capaciteit dan ik aankan. Het kost me 50 euro inclusief tv en telefonie. (www.glazenkamp.nl)
Maar als ik een wifi abonnement aanschaf ben ik evenveel kwijt.
Er hangt opnieuw iets in de lucht. Voorzichtig zien we het volgende omslagpunt aan de horizon verschijnen.
De kostprijs van mobiel internet is op dit moment dus ongeveer gelijk aan die van vast internet. (bron: www.internetten.nl) De snelheid is iets lager en wordt lager als je de datalimiet van je maandabonnement benaderd.
Maar anywhwere, anytime, online zorgt er ook voor dat je niet thuis in die avonduurtjes alles nog door het draadje moet duwen, thuis alles nog moet doen waar je overdag niet aan toe kwam; Onderweg in de trein kun je al je aantekeningen verwerken zodat je 's avonds thuis kunt focussen op de warmte om je heen.Of zou die tijd vanzelf worden opgevuld door nog meer digitale verbondenheid?