woensdag 24 november 2010

... op zoek naar 'geluksgevoel'...

In eerdere blogbijdragen heb ik geschreven over het profiel van de ‘netwerklerende’.
De ontwikkeling van mensen in de fysieke wereld is door de verschillende ontwikkelingspsychologen helder beschreven. Met het actueel worden van de virtuele wereld wordt er in toenemende mate onderzoek gedaan naar de manier waarop mensen zich in deze omgeving ontwikkelen.
De ontwikkeling loopt voor beide omgevingen behoorlijk gelijk op; pas in de laatste fase loopt deze iets uit elkaar. Voor de virtuele wereld lijkt te gelden:
Fase 5: Entiteit De ‘nieuwe lerende’ is blijvend actief. Hij realiseert zich dat kennis in de groep bestaat en dus nauwelijks meer individueel kan worden gereproduceerd. Zo lang men in de groep actief is zal men bijdragen aan de kennisontwikkeling en dus ook zelf meer kennis opdoen. Het klassieke lineaire leren is nu volledig veranderd in NetwerkLeren. Daarmee is de nieuwe lerende een autonoom lid van de groep geworden. Hij functioneert volledig zelfstandig binnen de groep en kan zich vrij bewegen tussen meerdere groepen.
Het verschil t.o.v. de ontwikkeling in de fysieke wereld zit hem dan in de verplichting om blijvend bij te dragen aan de ‘kennis’ van de groep.

In deze presentatie die hoort bij de les 'signaleren en analyseren' van verschillen Pabo Hogeschool Domstad wordt e.a. nog eens summier uitgelegd:

Op 9 november 2010 werd de eerste TrendRede van Nederland uitgesproken, een initiatief van Nederlandse toekomstdenkers. In deze rede wordt een interessante opmerking gemaakt over de Maslow-piramide:
Nederland classificeert zich in de wereldtop wanneer het gaat om gemeten geluksgevoel. Nieuwe generaties jongeren scoren zo goed op zelfvertrouwen (Review of General Psychology, september 2010) dat de gangbare meetmodellen tekort schieten. Onderzoekers argumenteren dat de Maslow piramide een nieuwe laag nodig heeft, omdat in de westerse wereld het –huidige hoogste – niveau van zelfverwerkelijking een gegeven is. In Amerika noemt men die nieuwe laag ‘parenting’ (zorgen voor een nieuwe generatie), Nederlandse onderzoekers zoeken het in het bredere ‘zingeving’. Uit een onderzoek dat het Financieele Dagblad en Academia Aemstel uitvoerden naar beleving van werk: “Veel mensen weten eigenlijk niet wat er ‘voorbij Maslow’ nog te doen, te groeien en te beleven valt. Nog mooiere en langere vakanties, nog meer zwembad om het huis, nog meer goeroes met hun eigen visie? Het inspireert niet meer. We willen geen consument zijn. We willen participeren in onze wereld. We willen niet voor niets geleefd hebben”. Een recente documentaire, ‘Alles wat we wilden’, naar de drijfveren van twintigers, verdiept dat beeld. Twintigers bleken vooral te streven naar een leven dat het waard is om herinnerd te worden.

Nou beschrijft Maslow met zijn piramide geen ontwikkeling. Maar de vervulling van de behoeften die hij in de opeenvolgende niveaus beschrijft zijn wel een voorwaarde voor een evenwichtige ontwikkeling van mensen.
Daarom lijkt de combinatie van de opmerking uit de trendrede met de beschrijving van de laatste fase van ontwikkeling van de NetwerkLerende een hele boeiende. Zou die verplichting om ‘blijvend bij te dragen aan de kennis van de groep’ ook bijdragen aan een het geluksgevoel en het niveau van zelfverwerkelijking?
Voor het onderwijs zijn dit uitdagende vragen…

Stichting Leerplan Ontwikkeling kwam in het licht van deze vragen met een prachtig Kernleerplan Burgerschap.
Het zijn boeiende tijden voor een onderwijsmens....

bronnen:
trendrede
piramide van maslow
netwerklerende
Kernleerplan Burgerschap

interessant om te lezen:
Patti Valkenburg
Wim Veen